De Tweede Kamer kan nog voorkomen dat de rooms-katholieke kerk voortaan weer zelf seksueel misbruik onderzoekt, zeggen Maud Kips en Annemie Knibbe in het artikel dat dinsdag 1 juli verscheen in Trouw.
Vandaag wordt de motie van VVDKamerlid Van der Steur in stemming gebracht over het opheffen van de klachtencommissie voor seksueel misbruik in de roomskatholieke kerk. Als de Tweede Kamer die motie steunt, gaat zij ermee akkoord dat de kerk net als voorheen weer zelf en ongecontroleerd kan beslissen hoe met die klachten om te gaan. Omdat dit besluit vooral vrouwen zal treffen, gaat de Kamer dan bovendien instemmen met rechtsongelijkheid voor vrouwen.
In de berichtgeving over het seksueel misbruik in de rk kerk is tot medio 2013 vooral aandacht geweest voor het misbruik van jongens. Dat misbruik schokte de samenleving, en terecht. Er was geen begrip voor het gedrag, geen twijfel over de schuld van de daders. Dat hielp de inmiddels volwassen mannen het zwijgen te doorbreken.
Twijfel
Vrouwen twijfelden. Beladen met schuldgevoel en schaamte vroegen zij zich af of hun partner wel zou begrijpen dat ze er zelf niets tegen hadden kunnen doen, of het hun kinderen zou schaden als het geheim naar buiten zou komen, en zelfs of misbruik van meisjes wel net zo afkeurenswaardig was als misbruik van jongetjes. De eenzijdige aandacht voor het misbruik van jongens creeerde onzekerheid over deze vragen.
Die onzekerheid maakt het spreken onmogelijk. Het overwinnen daarvan heeft voor velen nog tijd nodig, tijd om eerst in de privésfeer steun te durven zoeken en te krijgen, tijd om woorden te vinden voor het onverwoordbare.
Misbruik van meisjes is, vanzelfsprekend, net zo schadelijk en net zo fout. Het zijn vooral de ernst, de frequentie, de duur, en de leeftijd van het slachtoffer die bepalend zijn voor de schadelijkheid. Zwangerschappen en de angst daarvoor zijn voor meisjes nog een verzwarend aspect. Als vertrouwenspersonen van het Vrouwenplatform Kerkelijk Kindermisbruik hebben we onder ander te maken met de volgende dossiers.
Van 1956 tot 1984 pleegde zuster A. te B. langdurig, gewelddadig seksueel misbruik en psychisch geweld tegen een onbekend aantal meisjes tussen de tien en vijftien jaar. Twee lachten zijn tot nu toe gegrond verklaard door de Klachtencommissie. Een tiental andere vrouwen kan nog niet verwoorden wat zij hebben meegemaakt. Zij volgen gespannen de ontwikkelingen: wordt het misbruik wel veroordeeld? De congregatie wil een van de gegrond verklaarde klachten niet erkennen. Van een negental andere vrouwen is bekend dat zij na hun internaatsjaren zelfmoord hebben gepleegd.
Drie zusters te C. gebruikten enkele tientallen jaren lang zwaar geweld en pleegden seksueel misbruik met vele kleine kinderen. De eerste zes klachten zijn in behandeling, de eerste twee zijn gegrond verklaard. Velen zwijgen nog.
Gedurende 25 jaar pleegde pastoor D. in vier parochies misbruik met vele meisjes en enkele jongens. Er zijn twee gegrondverklaringen, sinds enkele weken zijn er drie nieuwe klachten aangemeld. In verschillende parochies wordt er druk uitgeoefend op de slachtoffers om te blijven zwijgen. Het bisdom weet van het misbruik, maar heeft drie van de vier parochies niet op de hoogte gesteld.
Kerk sust
Kamerlid Van der Steur vertrouwt het de kerk toe om slachtoffers die nog niet zo ver zijn om tegenover een klachtencommissie gedetailleerd over het misbruik te spreken, behoorlijk te bejegenen. Wij niet: de kerk sust, bedekt en ontkent nog steeds waar zij kan en brengt nog steeds hernieuwde schade toe aan slachtoffers. Het misbruikschandaal van de rooms-katholieke kerk kan pas worden afgesloten als de klachten van alle slachtoffers gelijkelijk behandeld zijn.